Laten we eerst maar eens beginnen met het woordje trauma wat te relativeren, want bijna niemand die ik spreek vindt zichzelf getraumatiseerd. Wat op zichzelf al tegennatuurlijk is, omdat heel veel mensen, zonder dat ze het weten, in feite getraumatiseerd zijn.
Maar wij scharen onze eigen trauma’s onder noemers als: ik ben migraine patiënt, ik heb prikkelbare darmen, ik ben snel overprikkeld, ik heb een burn-out, ik ben chronisch vermoeid, ik heb fybromyalgie, ik heb al jaren zoveel pijn, en ga zo maar door.
Wat zit er onder deze etiketten, de dingen die we onszelf vertellen? Juist, trauma.
In de Engelstalige landen om ons heen, is dit fenomeen al veel breder geaccepteerd en is er al veel literatuur verschenen.
Het is belangrijk om als therapeut een trauma informed practice te hebben, omdat je achter het etiket kijkt.
En nu komt nog een tegennatuurlijk dingetje, je kunt met trauma werken zonder dat je het benoemt, of zonder dat je weet dat je getraumatiseerd bent.
Zelfs ik benoem het niet eens heel vaak. Het is voor mij altijd eerst aftasten en iemand leren kennen. Ik kan heel goed met de etiketten werken en als ingang gebruiken en dat doe ik ook. Het heeft geen zin om dingen meer overhoop te halen dan dat ze al zijn. Op een geven moment wordt het, als de tijd daar is aan mij verteld. Of niet, en dat is ook helemaal ok.
MAAR. Dit gezegd hebbende. Waarom is het dan zo tegennatuurlijk om trauma te verwerken???
Omdat trauma ligt opgeslagen in je zenuwstelsel (brein en zenuwen). Je hebt overweldigende dingen meegemaakt, en deze heb je (nog) niet kunnen verwerken. En jouw trauma uit zich in de symptomen die je ervaart.
Nu willen mensen hier iets aan doen. “Ik wil er van af!”, “Ik wil doorzetten.” “Ik wil er met jou samen doorheen!” “Ik ben bereid om heel hard te werken.”
En je ziet, het begint allemaal met “ik”. En dat is natuurlijk heel begrijpelijk en heel cognitief. Dat is het topje van de ijsberg die we net kunnen grijpen en waar we ons bewust van zijn. En dat is ook een uiting van het maakbare. Als ik het maar wil, dan kan ik het doen.
Maar wil je trauma verwerken, wil je je zenuwstelsel reguleren, wil je die diepere lagen van het brein bereiken om dat wat opgeslagen ligt te verwerken, zonder herbelevingen en een zwaar emotioneel traject?
Dan komt er het tegennatuurlijkste wat er bestaat. Dit doe je dus: ZONDER JE HOOFD TE GEBRUIKEN!
En dat kan ook heel beangstigend zijn, omdat je het stuur overgeeft aan je lichaam, de poort die toegang geeft aan de dieper gelegen delen in je brein, wanneer je bottom up werkt.
En je wilt koste wat kost controle behouden. En vanuit je IK, je denken aan de slag.
Dus het is aan mij om hierin te onderhandelen, te onderzoeken en te begeleiden, wat kan wel en wat kan nog niet.
De een ervaart het als een enorm natuurlijk iets en kan zich er helemaal aan overgeven. De ander moet heel erg langzaam en zeer gedoseerd aan het werk samen met mij.
En alles is hierin goed. Dat wat al jarenlang opgeslagen zit en zoveel vervelende symptomen geeft, mag heel voorzichtig stapje voor stapje, verwerkt worden en ieder klein stapje kan al een opluchting zijn. Ieder stapje is soms ook vaak heel erg wennen.
Maar het brein wil dat je je er niet tegenaan bemoeit en wil zelf aan de slag en dat voelt heel tegennatuurlijk.
Hoe doen we dit? Door ons hier van bewust te zijn, op de eerste plaats. Stoppen met doen en beginnen met zijn en ervaren.
Aanbevolen literatuur: TRE – trauma en spanningsreducerende oefeningen – David Berceli
De tijger ontwaakt – Peter Levine
Traumasporen (vertaling van: The body keeps the score) – Bessel van der Kolk
Ontwikkelingstrauma helen – Laurence Heller
De polyvagaaltheorie in therapie – Deb Dana